Aanpassingen kortingen bedrijfsvoorheffing voor 65-plussers ten laste & alleenstaande ouders

Van 

In de bedrijfsvoorheffing wijzigen de voorwaarden en het bedrag van de korting bij de tenlasteneming van bepaalde familieleden van minstens 65 jaar oud wijzigen. Het toepassingsgebied van de korting voor alleenstaande ouders verruimd.


Samenvatting

  • De korting in de bedrijfsvoorheffing voor de tenlastenenming van bepaalde familieleden van  ten minste 65 jaar dooft uit.
  • Vanaf 2022 geldt in de bedrijfsvoorheffing een nieuwe korting voor de tenlastenneming van bepaalde familieleden van ten minste 65 jaar die zorgbehoevend zijn.
  • Vanaf 2022 geldt de korting in de bedrijfsvoorheffing voor alleenstaande ouders ook als men alleenstaande ouder is ingevolge een echtscheiding.

1. Situering

De bedrijfsvoorheffingsreglementering voorziet kortingen voor een aantal welbepaalde gezinslasten.
Zo geldt onder meer een korting bij een tenlasteneming van sommige familieleden van minstens 65 jaar (84 euro per maand voor inkomstenjaar 2022). Zo ook onder meer voor bepaalde alleenstaanden met kinderen ten laste (39 euro per maand voor inkomstenjaar 2022).
Voor deze twee kortingen zijn er vanaf dit jaar wijzigingen.

Noteer in de marge dat de werknemer het initiatief moet nemen om zijn gezinssituatie kenbaar te maken bij zijn werkgever. Werkgevers moeten dus noch werknemers hieromtrent proactief bevragen noch de waarachtigheid verifiëren.

2. Korting voor oudere familieleden ten laste: bijkomende vereiste van zorgbehoevendheid

Sinds geruime tijd geniet een werknemer in de bedrijfsvoorheffingsreglementering een korting bij de tenlasteneming van volgende familieleden:

  • bloedverwanten van minstens 65 jaar in opgaande lijn van de werknemer of van zijn echtgenoot (ouders, grootouders, overgrootouders, enz.);
  • zijverwanten van minstens 65 jaar tot en met de tweede graad van de werknemer of van zijn echtgenoot (broers en zussen).

Deze korting bedraagt dit jaar 84 euro per maand en correspondeert met een verhoogde belastingvrije som in de eindbelasting. Deze verhoging van de belastingvrije som werd met ingang van inkomstenjaar 2021 evenwel vorig jaar geschrapt en vervangen  door een verhoging die voorbehouden is voor dezelfde groep 65-plussers doch voor met als bijkomende voorwaarde dat ze zorgbehoevend moeten zijn.
Er is wel een overgangsregeling die loopt tot en met inkomstenjaar 2024. Tot en met inkomstenjaar 2024 blijft de verhoogde belastingvrije som gelden voor de niet-zorgbehoevende voormelde oudere familieleden, voor zover zij reeds voor 1 januari 2021 ten minsten 65 jaar oud waren en ten laste waren van belastingplichtige.
Men besliste om de bedrijfsvoorheffing pas vanaf inkomstenjaar 2022 aan te passen. Met een jaar vertraging dus. En zo geschiede. Voor de bedrijfsvoorheffing geldt vanaf dit jaar het volgende:

  • vanaf dit jaar mag men de oude korting – dit jaar dus 84 euro per maand - enkel nog toepassen indien men voor het betrokken de niet-zorgbehoevende voormelde oudere familieleden, voor zover zij reeds voor 1 januari 2021 ten minsten 65 jaar oud waren en ten laste waren van belastingplichtige. Deze korting kan men dan blijven toepassen tot en met inkomstenjaar 2024 (uiteraard voor zover het betrokken familielid ook daadwerkelijk ten laste blijft).
    Meldde een werknemer in 2021 of later de tenlastenneming van één van de voormelde familieleden, dan doet een werkgever er bijgevolg goed aan om de werknemer te vragen of dit familielid wel/niet zorgbehoevend is. Is het familielid niet zorgbehoevend, dan mag de oude korting vanaf 2022 enkel toegekend worden indien het familielid reeds voor 2021 minstens 65 jaar was EN toen reeds fiscaal ten laste was van de werknemer. In andere situaties mag de korting vanaf 2022 niet meer toegepast worden. Is het familielid zorgbehoevend, dan is eventueel wel een nieuwe korting van toepassing, wat ons bij het volgend punt brengt.  
  • vanaf dit jaar geniet men een nieuwe korting ingeval van een zorgbehoevende bloedverwant in opgaande lijn van minstens 65 jaar van de werknemer of van zijn echtgenoot of in geval van een zorgbehoevende zijverwant van minstens 65 jaar tot en met de tweede graad van de werknemer of van zijn echtgenoot.  Voor inkomstenjaar 2022 bedraagt deze korting 129 euro per maand.
    Deze korting kan voor eenzelfde 65-plusser in geen geval gecumuleerd worden met de oude korting.
    Wordt hierbij  beschouwd als zorgbehoevend: de persoon voor wie de graad van zelfredzaamheid op ten minste 9 punten werd vastgesteld krachtens het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming. Deze zorgbehoevendheid wordt vastgesteld door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, Medex of de adviserend geneesheer bij het ziekenfonds of een gelijkwaardige instelling of persoon uit een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

3. Korting alleenstaanden met kinderen ten laste: nu ook ingevolge een echtscheiding

Tot en met inkomstenjaar 2021 genoot een alleenstaande met kinderen ten laste in de bedrijfsvoorheffing enkel een bijkomende korting ingeval hij een niet hertrouwde weduwe/ weduwnaar was of ingeval hij een ongehuwde moeder/vader was. Het betreft een korting van 39 euro per maand (bedrag inkomstenjaar 2022).
Merkwaardig genoeg stond deze korting niet open voor de alleenstaande ouder ingevolge een echtscheiding. Merkwaardig omdat deze korting in de eindbelasting correspondeert met een verhoogde belastingvrije som voor alleenstaande ouders, die wel opstaat voor alleenstaande ouders ingevolge een echtscheiding.

Die discrepantie verdwijnt met ingang van 2022. Voor bezoldigingen toegekend vanaf 1 januari 2022 geldt de korting in de bedrijfsvoorheffing dus ook voor de alleenstaande ouders ingevolge een echtscheiding

Onder echtscheiding moet in deze ook verstaan worden: feitelijk gescheiden en van tafel en bed gescheiden.

Herinnering: wat is een ‘alleenstaande’ voor de kortingen in de bedrijfsvoorheffing?
Voor de bedrijfsvoorheffing zijn alleenstaanden:
(a) de ongehuwde personen;
(b) maar eveneens de gehuwden personen
- voor het jaar van het huwelijk of van de verklaring van wettelijke samenwoning;
- voor het jaar waarin de wettelijk samenwonenden met elkaar in het huwelijk treden, indien de verklaring van wettelijke samenwoning tijdens hetzelfde jaar is afgelegd;
- vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft plaatsgevonden, voor zover die scheiding in het belastbare tijdperk niet ongedaan is gemaakt;
- voor het jaar van de ontbinding van het huwelijk of van de scheiding van tafel en bed of van de beëindiging van de wettelijke samenwoning;
- die rijksinwoners zijn, indien de echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer dan 11.430 euro per jaar (bedrag inkomstenjaar 2022) die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op de andere inkomsten van het gezin;
- die niet-inwoners zijn, indien slechts één van de echtgenoten in België aan de belasting onderworpen inkomsten verkrijgt en de andere echtgenoot binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld of buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 11.430 euro per jaar (bedrag inkomstenjaar 2022).

Bron: KB/WIB92, bijlage III, gecoördineerde versie inkomsten 2022.