Flexibeler thematisch verlof: we zijn er bijna!

Van 
92034

De wet die voorziet in een grotere flexibiliteit bij het nemen van thematisch verlof is verschenen. Toch moet men nog even wachten alvorens van deze nieuwe combinaties gebruik te kunnen maken.

Momenteel bestaan er drie vormen van thematisch verlof:

  • ouderschapsverlof: dit verlof kan worden genomen per periode van minimum 1 maand/maximum 4 maanden (volledige schorsing), minimum 2 maanden/maximum 8 maanden (1/2 prestatievermindering) of minimum 5 maanden/maximum 20 maanden (1/5 prestatievermindering);
  • verlof voor medische bijstand: dit verlof moet worden genomen per periode van minimum 1 maand en maximum 3 maanden (volledige schorsing, 1/2 of 1/5 prestatievermindering) en dit gedurende 12, 24 of 48 maanden al naargelang de omstandigheden.
  • palliatief verlof: dit verlof moet worden genomen per periode van minimum 1 maand (volledige schorsing, 1/2 of 1/5 prestatievermindering) die tweemaal kan worden verlengd.

Om te beantwoorden aan nieuwe gezinsbehoeften werd een zekere flexibiliteit ingevoerd. De basisprincipes van de nieuwe, flexibelere combinaties  zijn opgenomen in een wet die op 6 oktober 2018 in werking is getreden. In de meeste gevallen zijn deze maatregelen echter nog niet toepasbaar omdat de uitvoeringsbesluiten nog moeten worden aangepast.

1° Opsplitsing van ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand in weken

In het kader van een volledige schorsing en met toestemming van de werkgever kan de werknemer het verlof opsplitsen in weken (in plaats van minimum 1 maand).

Afgaande op de parlementaire werken, zal een maand waarschijnlijk worden beschouwd als gelijk aan 4 weken.

2° Opsplitsing van halftijds ouderschapsverlof in maanden

In geval van een vermindering van het ouderschapsverlof tot halftijds en met toestemming van de werkgever kan de werknemer de maximumduur opsplitsen in periodes van één maand of een veelvoud ervan (in plaats van 2 maanden op dit ogenblik).

3° Spreiding van de prestatievermindering over een referteperiode

In geval van een prestatievermindering en met toestemming van de werkgever kan de werknemer de vermindering van zijn prestaties vrij spreiden tijdens de overeengekomen periode op voorwaarde dat het gemiddelde van de verminderde arbeidsprestaties in acht wordt genomen en de overeengekomen periode minstens één maand of een veelvoud ervan duurt.

Met andere woorden: werknemer en werkgever kunnen in onderling akkoord (rekening houdend met voornoemde maximum- en minimumperiodes) beslissen om de vermindering van de arbeidsprestaties vrij te spreiden over de overeengekomen periode.

Zo kan het ouderschapsverlof worden gespreid over een periode van maximum 8 maanden in geval van halftijdse vermindering en over een maximumperiode van 20 maanden in geval van 1/5 vermindering (en zelfs 40 maanden wanneer de vermindering met 1/10 van toepassing zal zijn). In geval van verlof voor medische bijstand is de spreiding telkens beperkt tot een periode van maximum 3 maanden en voor palliatief verlof zal de periode 1 maand bedragen.

Het palliatief verlof is alleen bij wet geregeld en bijgevolg treedt de mogelijkheid om de prestaties over een periode van een maand te verdelen onmiddellijk in werking op 6 oktober 2018.

Voor ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand moet nog worden gewacht op de publicatie van de koninklijke besluiten alvorens van deze nieuwe maatregelen gebruik te kunnen maken.

Voor het ogenblik kan de werkgever dus niet ingaan op een vraag tot opsplitsing in weken of spreiding over de overeengekomen periode behalve voor palliatief verlof.

Zodra de koninklijke besluiten verschenen zijn, zullen we u hiervan op de hoogte brengen.

Bron: Wet van 2 september 2018 tot wijziging van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, wat betreft de flexibilisering van de opname van thematische verloven, BS, 26 september 2018.