Coronavirus: wat met tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van het coronavirus COVID-19 na 31 augustus ?

article image

Na 31 augustus kunnen enkel nog de sectoren en de ondernemingen die hard getroffen zijn door de coronacrisis tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van covid-19 gebruiken. Andere ondernemingen zullen economische werkloosheid moeten gebruiken.

101164

Na 31 augustus kunnen enkel nog de sectoren en de ondernemingen die hard getroffen zijn door de coronacrisis tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van covid-19 gebruiken. Andere ondernemingen zullen economische werkloosheid moeten gebruiken.

Tot 31 augustus 2020 kunnen werkgevers een beroep doen op de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van het coronavirus COVID-19. Wat na 31 augustus 2020 nog mogelijk zal zijn hangt af van de sector en/of de onderneming. Vanaf 1 september 2020 maakt moet men namelijk een onderscheid maken tussen:

  1. sectoren en ondernemingen die hard getroffen zijn door de coronacrisis;
  2. andere sectoren en ondernemingen.

1. Sectoren en ondernemingen die hard getroffen zijn door de coronacrisis

Na 31 augustus 2020 zullen enkel nog de sectoren en de ondernemingen die hard getroffen zijn door de coronacrisis de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van het coronavirus COVID-19 kunnen toepassen en dit tot 31 december 2020.

Welke sectoren ?

de sectoren die hard getroffen zijn door de coronacrisis zullen door de Minister van Werk bepaald worden. Het gaat om de sectoren waar de economische activiteit en de tewerkstelling gevoelig verlaagd zijn omwille van de door de Minister van Binnenlandse Zaken genomen dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. We denken aan o.a. de HORECA en evenementensector.

Welke werkgevers ?

De werkgevers die hard getroffen zijn door de coronacrisis zijn de werkgevers die in het 2e kwartaal 2020 voor minstens 20% van de normaal gewerkte arbeidstijd tijdelijke werkloosheid hebben toegepast. Zowel de dagen tijdelijke werkloosheid wegens corona als de eventuele dagen tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen, voor arbeiders en bedienden, komen hiervoor in aanmerking.

De werkgever zal wel moeten aantonen dat hij aan de 20%-voorwaarde voldoet door het overmaken van een nieuw werkloosheidsformulier maar waarvan we de inhoud nog niet kennen.

De 20%-voorwaarde zal gecontroleerd worden op de volgende wijze:

  • In de teller van de breuk zet je het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen en wegens overmacht corona (DmfA-codes 71, 76 en 77) in het tweede kwartaal 2020
  • In de noemer zet je het aantal in dat kwartaal aan de RSZ aangegeven dagen. De dagen aangegeven met de DmfA-codes 30, 50, 51 en 52) zijn wel uitgesloten, namelijk verlof zonder wedde, ziekte en ongeval van gemeen recht, moederschapsbescherming en borstvoedingspauzes (CAO nr. 80), vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof (alleen de dagen ten laste van de RIZIV-sector 'uitkeringen').

Het resultaat moet minstens 20% bedragen.

2. Andere sectoren en ondernemingen

de sectoren en de ondernemingen die niet hard getroffen zijn door de coronacrisis zullen vanaf 1 september 2020 geen beroep meer kunnen doen op de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van het coronavirus COVID-19. Indien zij werknemers alsnog tijdelijk werkloos willen zetten omwille van redenen te wijten aan het coronavirus dan zullen zij een beroep moeten doen op de bestaande stelsels van economische werkloosheid voor arbeiders en bedienden. Deze stelsels worden wel tijdelijk, tot 31 december 2020, aangepast om een vlottere toegang tot deze stelsels mogelijk te maken.

Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders: welke tijdelijke aanpassingen?

Duurtijd schorsingsperiode

Bij ontstentenis van een sectoraal KB dat reeds in afwijkende regels zou voorzien, zullen vanaf 1 september tot 31 december volgende afwijkende regels inzake de duurtijd van de schorsing van toepassing zijn:

  • Volledige schorsing: maximaal 8 opeenvolgende weken (i.p.v. 4 weken) + verplichte werkweek.
  • Gedeeltelijke schorsing in een regeling van minder dan 3 arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken: maximaal 18 opeenvolgende weken (i.p.v. 3 maanden) + verplichte werkweek.

Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden: welke tijdelijke aanpassingen?

Preliminaire voorwaarden voor toegang tot het stelsel

  1. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij in het kwartaal voorafgaand aan de aanvraag tot invoering van de  economische werkloosheid een substantiële daling van tenminste 10% van de omzet of de productie heeft gekend in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019.
  2. De werkgever moet de bedienden die in volledige of gedeeltelijke economische werkloosheid worden geplaatst 2 vormingsdagen per maand aanbieden.
  3. De onderneming moet gebonden zijn door een cao (op sectoraal vlak of op ondernemingsvlak) of een ondernemingsplan die moeten worden neergelegd ter griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO.

In het ondernemingsplan moet worden aangetoond dat de onderneming in het voorafgaandelijke kwartaal en substantiële daling heeft gekend in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019 en moet de werkgever zich ertoe verbinden om de bedienden, op wie de regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing wordt toegepast, twee vormingsdagen per maand aan te bieden.

Een kopie van het ondernemingsplan moet worden overgemaakt aan de ondernemingsraad, bij gebrek aan de vakbondsafvaardiging.

Het ondernemingsplan moet niet worden overgemaakt aan de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO en niet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Commissie “Ondernemingsplannen”. De onderneming wint hierdoor dus twee weken tijd.

Door het feit dat het ondernemingsplan niet moeten worden voorgelegd aan de commissie ondernemingsplannen, kan er ook geen afwijking worden voorzien op het minimum supplement van 5 euro per dag werkloosheid dat door de werkgever moet betaald worden.

Duurtijd schorsingsperiode

Voor het jaar 2020 gelden volgende afwijkende regels betreffende de duurtijd van de schorsingsperiode:

  • Volledige schorsing: maximum 24 weken per kalenderjaar (i.p.v. 16 weken).
  • Gedeeltelijke schorsing: maximum 34 weken per kalenderjaar (i.p.v. 26 weken).

Toch nog onduidelijkheden…

Er bestaat nog onzekerheid over de volgende punten:

  • het opleidingsaanbod voor de werkgevers die gebruik maken van deze tijdelijke regeling om economische werkloosheid voor bedienden in te voeren;
  • de voorafgaandelijke verplichtingen voor werkgevers om de economische werkloosheid voor arbeiders en/of bedienden in te voeren (elektronische aangifte, de termijn, de te gebruiken documenten, …);
  • de eventuele verlenging van CAO nr. 147 van de NAR die een ondernemingsplan overbodig maakt.

De werknemer moet wel geen wachttijd vervullen voor het recht op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen. Het bedrag van de uitkeringen zal 70% zijn maar zonder supplement van 5,63 €. De werknemer zal opnieuw een controlekaart moeten hebben.

Momenteel kan u dus beter nog even afwachten alvorens verdere stappen te ondernemen. Van zodra wij op de hoogte zijn van meer informatie hierover, zullen wij u op de hoogte brengen.

Wettelijke bronnen :

  • Koninklijk besluit nr. 46 van 26 juni 2020  tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot ondersteuning van de werkgevers en de werknemers, BS, 1 juli 2020
  • Koninklijk besluit van 15 juli 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen op vlak van werkloosheid in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I) (BS van 17 juli 2020)