Coronavirus: ook ziekte en tijdelijke werkloosheid wegens overmacht vóór de bevalling verlengen het zwangerschapsverlof (UPDATE)!


100788

Vorige week werd in de plenaire zitting van de Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd dat voorziet in een uitbreiding van de mogelijkheid om het zwangerschapsverlof te verlengen met een aantal afwezigheidsperiodes die zich hebben voorgedaan vóór de bevalling. Meer bepaald zullen periodes van ziekte, tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden en de verplichte werkverwijdering van de zwangere werkneemster (= profylactisch verlof) die zich hebben voorgedaan vanaf 1 maart 2020, het zwangerschapsverlof verlengen.

Ondertussen werd deze regeling op 18 juni jl. in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd!

Algemeen: regel van overdracht van het facultatief verlof naar het postnataal verlof

Een zwangere werkneemster heeft recht op een zwangerschapsverlof van 15 weken (17 weken indien zij zwanger is van een meerling). Deze periode van 15/17 weken wordt opgesplitst in twee periodes: de zwangerschapsrust of het prenataal verlof en de bevallingsrust of het postnataal verlof.

Het prenataal verlof bestaat in totaal uit 6 weken of 42 kalenderdagen (8 weken bij een meerling) waarvan  5 (7 bij een meerling) facultatieve weken die kunnen worden overgedragen naar de postnatale rust en 1 verplichte week, namelijk de week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum.

Dat betekent concreet dat een zwangere werkneemster ten vroegste vanaf de 6de week (of 8ste week bij een meerling) vóór de vermoedelijke bevallingsdatum haar zwangerschapsverlof kan opnemen. De week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum mag zij geen arbeid meer leveren en moet zij haar zwangerschapsverlof dus verplicht aanvatten.

Op verzoek van de zwangere werkneemster wordt het postnataal verlof, dat 9 verplichte weken omvat vanaf de effectieve bevallingsdatum, verlengd met een periode waarvan de duur gelijk is aan de duur van de periode waarin zij is blijven werken vanaf de 6de week (of vanaf de 8ste week bij een meerling) die de effectieve bevallingsdatum voorafgaat.

Een zwangere werkneemster kan haar zwangerschapsverlof ten vroegste opnemen vanaf de 6de week (of 8ste week bij een meerling) vóór de vermoedelijke bevallingsdatum. Voor de toepassing van de regel van overdracht van facultatatief prenataal verlof naar het postnataal verlof moet gekeken worden naar alle gewerkte en gelijkgestelde dagen tijdens de periode van 6 weken vóór de werkelijke bevallingsdatum.

De dagen van facultatief prenataal verlof die nog niet werden opgenomen en tijdens dewelke de werkneemster is blijven werken, kunnen dus worden opgenomen na de bevalling. Naast effectief gepresteerde dagen, wordt er ook rekening gehouden met bepaalde afwezigheidsperiodes die gelijkgesteld worden met effectieve prestaties en die dus ook kunnen overgedragen worden naar het postnataal verlof.

Tot 1 maart 2020 betreft dit volgende limitatieve lijst van afwezigheden:

  • jaarlijkse vakantie;
  • de tijd gedurende dewelke de werkneemster moet zetelen als raadsheer of rechter in sociale zaken;
  • klein verlet;
  • verlof om dwingende redenen;
  • de dagen waarvoor gewaarborgd dagloon wordt toegekend in geval van niet (tijdig) aanvatten of voortzetten van het werk omwille van overmacht;
  • tijdelijke werkloosheid wegens technische stoornis, slecht weer of gebrek aan werk (voor arbeiders);
  • de sluiting van een onderneming die voortvloeit uit de maatregelen getroffen bij toepassing van de wetgeving op de reglementering betreffende de vrijwaring van het leefmilieu;
  • de feestdagen, de vervangingsdagen en de inhaalrustdagen toegekend in toepassing van de feestdagenwet;
  • voor de werkneemster die afwisselend in een vijf- en zesdagenweek werkt, de dag in de vijfdagenweek waarop er normaal zou zijn gewerkt indien deze in de zesdagenweek was gevallen;
  • de inhaalrustdagen ingevolge de prestatie van overuren en zondagarbeid, evenals de dagen inhaalrust die worden toegekend als gevolg van de vermindering van de arbeidsduur.

Stel dat de zwangere werkneemster reeds tijdens haar facultatieve prenatale verlofperiode haar zwangerschapsverlof wenst op te nemen en haar aanvraag doet, dan is zij vanaf dat ogenblik officieel in zwangerschapsverlof. Dat betekent dus concreet dat ook deze dagen niet kunnen overgedragen worden naar haar postnataal verlof.

Wat is er nieuw?

Uitbreiding van de afwezigheidsperiodes die het postnataal verlof verlengen

De limitatieve lijst van afwezigheden die worden gelijkgesteld met effectieve prestaties waardoor ze overgedragen kunnen worden naar het postnataal verlof, wordt aangevuld met volgende afwezigheden:

  • ziekte of ongeval;
  • tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (voor arbeiders en bedienden);
  • tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor de bedienden;
  • de werkverwijdering van een zwangere vrouw als maatregel van moederschapsbescherming (= profylactisch verlof).

Elke arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval vóór de aanvang van het moederschapsverlof geeft aanleiding tot betaling van gewaarborgd loon door de werkgever, tenzij wanneer de werkneemster reeds een aanvraag zou gedaan hebben om haar zwangerschapsverlof op te nemen (wat mogelijk is vanaf de 6de week (of 8ste week bij een meerling) vóór de vermoedelijke bevallingsdatum).

Afschaffing van de mogelijkheid om het postnataal verlof met één week te verlengen bij 6 ononderbroken weken ziekte vóór de bevalling

Aangezien periodes van ziekte of ongeval die zich voordoen tijdens de 6 weken vóór de effectieve bevallingsdatum, het postnataal verlof zullen verlengen, wordt de regel die voorziet in een verlenging van het postnataal verlof met één week in geval dat de zwangere werkneemster de volledige periode van 6 weken vóór haar effectieve bevallingsdatum arbeidsongeschikt was, afgeschaft.

Inwerkingtreding

Deze wetswijziging werd op 18 juni jl. in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 maart 2020.