Bij ontslag van een werknemer in corona-ouderschapsverlof moet de vergoeding worden berekend op basis van het loon dat hij zou hebben ontvangen als hij zijn prestaties niet had verminderd en dit zelfs als dit verlof het gevolg is van een omzetting.
De regering heeft een nieuwe vorm van ouderschapsverlof ingevoerd om ouders in deze coronacrisis te helpen. De maatregel eindigt op 30 september 2020.
1. Corona-ouderschapsverlof
We verwijzen u naar ons basisartikel over deze vorm van verlof.
2. Omzetting in corona-ouderschapsverlof
Het is mogelijk om lopend ouderschapsverlof om te zetten in corona-ouderschapsverlof (bv. een ½ gewoon ouderschapsverlof in een ½ corona-ouderschapsverlof).
De werknemer kan ook zijn tijdskrediet of thematisch verlof schorsen om de tewerkstellingsbreuk te wijzigen of hij kan het corona-ouderschapsverlof aanvragen met dezelfde tewerkstellingsbreuk (1/5 of 1/2).
3. Wat in geval van ontslag?
3.1. Gewoon ouderschapsverlof
Als de werknemer onmiddellijk wordt ontslagen met compenserende opzeggingsvergoeding, wordt het bedrag van de vergoeding berekend rekening houdend met het loon waarop de werknemer recht zou hebben gehad als hij zijn prestaties niet had verminderd, namelijk, in principe op basis van zijn voltijds loon.
3.2. Corona-ouderschapsverlof
Ingeval de arbeidsovereenkomst tijdens een 1/5 of halftijds corona-ouderschapsverlof onmiddellijk wordt beëindigd, moet de opzeggingsvergoeding worden berekend op basis van het lopend loon dat de werknemer zou hebben verdiend indien er geen vermindering van de prestaties zou zijn.
Dit geldt ook wanneer de werknemer zijn lopend ouderschapsverlof heeft omgezet in een corona-ouderschapsverlof of zijn lopende loopbaanonderbreking heeft geschorst met het oog op de opname van een corona-ouderschapsverlof.
Het gaat dus om het loon dat de werknemer zou hebben verdiend indien er geen sprake was geweest van corona-ouderschapsverlof en ook niet van omgezet ouderschapsverlof of geschorste loopbaanonderbreking.
Bron: advies FOD WASO zonder dat geen afbreuk doet aan de soevereine beoordelingsmacht van hoven en rechtbanken.