Coronavirus: tijdelijke verhoging van de inbeslagnemingsdrempels voor loonbeslagen en loonoverdrachten


100867

In het kader van de maatregelen ter bestrijding van COVID-19 worden de schijven die niet vatbaar zijn voor beslag en overdracht van inkomsten van particulieren bij de wet van 17 juni 2020 tijdelijk verhoogd.

Het doel is zuurstof te verschaffen aan de personen en gezinnen die het in deze crisistijd al financieel moeilijk hebben en daarbij nog een loonbeslag of loonoverdracht hebben. De wet verhoogt tijdelijk het niet voor beslag/overdracht vatbare minimuminkomen en meer bepaald de voor beslag vatbare nettoloongrens bedoeld in artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit is vooral in het voordeel van personen met een laag inkomen en personen die tijdelijk werkloos werden gesteld ingevolge de gezondheidscrisis.

Deze maatregel werd verkozen boven de verlenging van de opschorting van loonbeslagen tot 17 juni 2020 (zie onze vorige sociale actualiteit van 09/06/2020: Coronavirus: tijdelijke inperking van loonbeslagen).

In de huidige context van de opheffing van de lockdown was de wetgever van oordeel dat de verlenging van de opschorting van beslagen een negatieve weerslag zou hebben op de Belgische economie. Dit zou een slecht signaal zijn voor schuldenaars die zich financieel beschermd zouden wanen. Bovendien zou het ook economische problemen veroorzaken voor schuldeisers die het op hun beurt moeilijk zouden hebben om hun eigen schulden te betalen. In plaats van de opschorting tot 17 juni van nieuwe beslagen te verlengen, heeft de wetgever dan ook gekozen voor de tijdelijke verhoging van de schijven die niet vatbaar zijn voor beslag en overdracht waardoor de belangen van schuldenaars en schuldeisers worden verzoend.

Deze nieuwe schijven zijn tijdelijk van toepassing op inkomsten uit arbeid en sociale uitkeringen van particulieren die het voorwerp zijn van een bewarend of uitvoerend beslag onder derden, een vereenvoudigd beslag onder derden (al dan niet fiscaal) of een overdracht.

Deze schijven zijn niet van toepassing op uitvoeringen inzake alimentatievorderingen, namelijk sommendelegatie, derdenbeslagen voor alimentatie en derdenbeslagen in vereenvoudigde vorm van DAVO. Elk netto-inkomen kan in beslag worden genomen ten gunste van alimentatieschuldeisers.

Tenzij voor alimentatieschuldeisers moeten werkgevers rekening houden met deze nieuwe schijven voor elke loonbetaling die tussen 20 juni en 31 augustus 2020 wordt uitgevoerd. De datum van 31 augustus kan bij koninklijk besluit worden gewijzigd teneinde rekening te houden met de duur van de maatregelen die ter bestrijding van de COVID-19-pandemie worden genomen. Na afloop van deze periode waarin deze verhoogde schijven tijdelijk van toepassing zijn, worden de vroegere schijven die sinds 1 januari 2020 van kracht zijn, opnieuw van toepassing.

Wat is het voor beslag/overdracht vatbare gedeelte van inkomsten uit arbeid?

Tussen 20 juni en 31 augustus 2020 wordt het deel van de inkomsten uit arbeid dat in aanmerking komt voor beslag of overdracht, bepaald aan de hand van de volgende loonschijven en -grenzen:

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbare gedeelte

Op het loongedeelte onder of
gelijk aan 1.366 EUR

0 EUR

Op het loongedeelte tussen
1.366,01 EUR en 1.467 EUR

20 % (= max. 20,2 EUR)

Op het loongedeelte tussen
1.467,01 EUR en 1.619 EUR

30 % (= max. 45,6 EUR)

Op het loongedeelte tussen
1.619,01 EUR en 1.770 EUR

40 % (= max. 60,4 EUR)

Op het loongedeelte
boven 1.770 EUR

alles

 

Bijgevolg kan een werknemer met een nettomaandloon van meer dan 1.770 EUR in geval van beslag of overdracht tussen 20 juni en 31 augustus 2020 alleszins een bedrag van 1.643,8 EUR  overhouden: boven dit bedrag is alles vatbaar voor beslag of overdracht.

Als de werknemer naast zijn maandloon sociale uitkeringen (ook vervangingsloon genoemd) ontvangt, dan worden deze uitkeringen bij het loon gevoegd en zijn bovenvermelde loonschijven en -grenzen op dit gecumuleerde bedrag van toepassing. Onder sociale uitkeringen verstaat men bijvoorbeeld werkloosheidsuitkeringen of uitkeringen betaald door een fonds voor bestaanszekerheid, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, enz.

Wat is het nieuwe voor beslag/overdracht vatbare gedeelte van sociale uitkeringen?

Als de werknemer ten laste van zijn werkgever enkel inkomsten ontvangt die als ‘sociale uitkeringen’ worden bestempeld, dan wordt het deel van die inkomsten dat vatbaar is voor beslag of overdracht, tussen 20 juni en 31 augustus 2020 bepaald op basis van de volgende loonschijven en -grenzen:

Nettoloongrenzen

Voor beslag of overdracht vatbare gedeelte

Op het loongedeelte onder of
gelijk aan 1.366 EUR

0 EUR

Op het loongedeelte tussen
1.366,01 EUR en 1.467 EUR

20 % (= max. 20,2 EUR)

Op het loongedeelte tussen
1.467,01 EUR en 1.770 EUR

40% (= max. 121,2 EUR)

Op het loongedeelte boven 1.770 EUR

alles

 

 

 

Als het nettobedrag van het vervangingsinkomen dus 1.770 EUR overschrijdt, dan ontvangt de werknemer met een beslag/overdracht alleszins 1.628,6 EUR, hetzij iets minder dan als het om een ‘gewoon’ arbeidsinkomen zou gaan.

Worden deze nieuwe voor beslag/overdracht vatbare gedeelten verminderd als de werknemer kinderen ten laste heeft?

Tussen 20 juni en 31 augustus 2020 worden de nieuwe voor beslag/overdracht vatbare gedeelten van arbeidsinkomsten en sociale uitkeringen verminderd met 84 EUR per kind ten laste als de werknemer een verklaring kind ten laste heeft afgelegd.

Wettelijke referenties:

Wet van 17 juni 2020 tot tijdelijke verhoging van de inbeslagnemingsdrempels bedoeld in artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 19 juni 2020)