De Vlaamse regering heeft de periode waarin de mentor zijn opleiding moet volgen met 6 maanden verlengd om te voorkomen dat ondernemingen hun erkenning als leerbedrijf verliezen.
Werkgevers die leerlingen in alternerende opleidingen georganiseerd in het kader van het secundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap tewerkstellen, moeten erkend zijn als ‘leerbedrijf’. Om deze erkenning te verkrijgen moet de werkgever voldoen aan de voorwaarden van organisatie en bedrijfsuitrusting, voldoende financiële draagkracht hebben, geen veroordelingen hebben opgelopen, nier meer jongeren in opleiding tewerkgesteld hebben dan werknemers met een arbeidsovereenkomst en tot slot een mentor in de onderneming aangeduid hebben.
Indien de mentor de vereiste leeftijd en ervaring heeft, zal hij als mentor erkend worden. Eens de mentor deze erkenning heeft verkregen moet hij binnen het jaar na erkenning een verplichte mentoropleiding volgen.
Wat is er gewijzigd?
In het licht van de huidige federale corona-maatregelen kunnen tijdelijk geen klassikale mentoropleidingen meer gegeven worden. Heel wat ondernemingen riskeren bijgevolg hun erkenning als werkplek in het kader van alternerend leren te verliezen.
Om hieraan tegemoet te komen heeft de Vlaamse regering voor alle ondernemingen aan wie een erkenning is verleend in de periode van 1 september 2019 tot en met 31 maart 2020 een verlenging van 6 maanden toegekend waarbinnen de mentoropleiding gevolgd moet worden. Deze ondernemingen beschikken met andere woorden over een termijn van 18 maanden in plaats van 12 maanden waarbinnen de mentoropleiding gevolgd moet worden.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, wat betreft de voorwaarden voor de onderneming, B.S. 6 mei 2020, 32835.