Coronavirus: Tijdelijke werkloosheid in halve dagen voor de dienstenchequebedrijven en voor leerlingenvervoer

Van 

Vanaf 10 mei tot 30 juni 2021 zijn halve dagen tijdelijke werkloosheid mogelijk in dienstenchequebedrijven en in het leerlingenvervoer.


Op 17 februari berichtten we reeds over de aankondiging van de federale regering om een stelsel van tijdelijke werkloosheid in halve dagen in te voeren voor de dienstenchequebedrijven en voor het leerlingenvervoer.

Op 10 mei verscheen het hiervoor vereiste koninklijk besluit. Dienstenchequebedrijven en het leerlingenvervoer kunnen nu – eindelijk – een stelsel van tijdelijke werkloosheid in halve dagen benutten. Overigens niet voor lang, want deze afwijking treedt reeds op 30 juni 2021 buiten werking.
 

  1. Voor welke werknemers?

Het systeem van tijdelijke werkloosheid in halve dagen staat enkel open voor:

  • werknemers die worden tewerkgesteld op grond van een arbeidsovereenkomst dienstencheques;
  • en de werknemers die het vervoer van leerlingen van en naar onderwijsinstellingen als hoofdtaak hebben.
     

Voor deze werknemers is een halve dag tijdelijke werkloosheid mogelijk en is de werkgever geen gewaarborgd dagloon verschuldigd indien het aantal weggevallen arbeidsuren op de betrokken dag:

  • minstens overeenstemt met de helft van het op die dag toepasselijke uurrooster;
  • en die zouden worden besteed aan het uitvoeren van een opdracht bij of voor een klant van de werkgever. Hierbij is vereist dat die opdracht duidelijk onderscheidbaar is van een andere opdracht die tijdens het andere gedeelte van de werkdag wordt uitgevoerd;
  • en die wegvallen omwille van een onvoorzienbare en buiten de wil van de werkgever gelegen reden die het rechtstreeks gevolg is van de COVID-19-pandemie.

 

  1. Aangifteplicht voor de werkgever

De werkgever die dit afwijkende stelsel wilt benutten, moet elke halve dag tijdelijke werkloosheid onmiddellijk aangeven op de portaalsite www.socialsecurity.be. Deze aangifte moet gebeuren: op de dag zelf, op de daaropvolgende werkdag of op de werkdag die voorafgaan aan de halve dag tijdelijke werkloosheid  indien de werkgever dit dan reeds met zekerheid weet.

Van de RVA vernamen we dat de werkgever hierbij de weg moet volgen voor de aangifte van de eerste dag tijdelijke werkloosheid. Deze verplichting geldt vandaag niet voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de COVID-19-pandemie indien het gaat over een volledige dag, maar nu dus wel indien het een halve dag betreft.

Meer specifiek dienen werkgever op de portaalsite te klikken op ‘onderneming’ en vervolgens ‘tijdelijke werkloosheid’. Na aanmelding klikt men op ‘Eerste effectieve werkloosheidsdag’, om vervolgens alle gevraagde gegevens in te vullen:

  • de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de werkgever of de onderneming
  • de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werknemer
  • de dag waarop de arbeidsovereenkomst voor een halve werkdag wordt geschorst (*)
  • het volledige adres van de plaats waar de werkloos gestelde werknemer die halve dag normaal zou hebben gewerkt(**). Indien het gaat over leerlingenvervoer is dat het adres van de onderwijsinstelling.
  • In het opmerkingenvel vermeldt men de reden van de tijdelijke werkloosheid (Covid -19), het aantal uren dat de werknemer die dag zou hebben gewerkt en het aantal weggevallen uren als gevolg van Covid-19 (voorbeeld: “normale prestaties 6 uur, waarvan 3 uur wegvallen door het wegvallen van een klant te wijten aan Covid-19”).

(*) in te vullen als begindatum in de elektronische mededeling
(**) in te vullen als werfadres in de elektronische mededeling

 

Bronnen:

Wet van 2 april 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (1)

KB van 2 mei 2021 tot het toekennen van tijdelijke werkloosheidsuitkeringen aan sommige werknemers die als gevolg van COVID-19 een deel van hun volledige arbeidsdag verliezen.