Interprofessioneel akkoord 2023-2024: de partners hebben een akkoord!

Van 

De sociale partners sloten eindelijk een ontwerp van interprofessioneel akkoord voor de periode 2023-2024. Het moet nu door de achterban van de verschillende werknemers- en werkgeversorganisaties en de regering worden goedgekeurd om daarna in wetteksten te worden gegoten.


Op woensdag 15 maart 2023 kwamen vakbonden en werkgeversorganisaties (Groep van Tien) eindelijk tot een ontwerp  van interprofessioneel akkoord. Het ontwerp moet nu ter goedkeuring worden voorgelegd aan de achterban van vakbonden en werkgevers, alsook aan de regering.

Daarna worden de maatregelen vertaald in wetteksten en kunnen de sectoren de onderhandelingen aanvatten.

We geven u hieronder een overzicht van de punten die in het ontwerp zijn opgenomen voor de volgende twee jaar (onder voorbehoud!):

1. Overuren

1.1. Vrijwillige overuren

Het stelsel van de 120 vrijwillige relance-overuren wordt verlengd tot 30 juni 2025.

Deze relance-uren volgen dezelfde regels als de vrijwillige overuren voor de essentiële sectoren tijdens de gezondheidscrisis (geen inhaalrust, geen overloon, geen socialezekerheidsbijdragen noch bedrijfsvoorheffing, maximumgrenzen, voorafgaandelijke overeenkomst).

1.2. Gewone overuren

De optrekking van het aantal fiscaal gunstige overuren van 130 overuren naar 180 overuren per jaar voor alle sectoren wordt verlengd tot 30 juni 2025 (vermindering van bedrijfsvoorheffing voor de werknemer en vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever).

In de horeca blijft dit aantal op 360 uur.

2. Economische werkloosheid bedienden

De sociale partners verlengen de cao nr. 159 tot 30 juni 2025.

De cao nr. 159 biedt de ondernemingen de mogelijkheid om de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden in te voeren, zonder dat daarvoor nog een cao (op sector- of ondernemingsniveau) of een ondernemingsplan moet worden afgesloten. Dit betekent een administratieve vereenvoudiging. Deze cao voorziet per dag van tijdelijke werkloosheid om economische redenen een toeslag van een bedrag dat minstens gelijk is aan het bedrag dat verschuldigd is voor arbeiders en in elk geval van een bedrag dat minstens gelijk is aan 5,63 euro.

Het dagbedrag van 5,63 euro wordt in nieuwe cao als volgt geïndexeerd:

  • op datum inwerkingtreding nieuwe cao economische werkloosheid voor bedienden;
  • op 1 januari 2024;
  • op 1 januari 2025.

3. Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

De toegangsleeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) blijft vastgelegd op 60 jaar voor alle afwijkende stelsels (behalve het stelsel voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen, waar de leeftijd  vastgesteld blijft op 58 jaar).

SWT Zware beroepen, nachtarbeid, arbeidsongeschiktheid bouwsector (35 of 33 loopbaanjaren)

  • 1 juli 2021 – 30 juni 2025: overgang naar 60 jaar

SWT Zeer lange loopbanen (40 loopbaanjaren)

  • 1 juli 2021 – 30 juni 2025: overgang naar 60 jaar

SWT Werknemers erkend als mindervalide of met ernstige lichamelijke problemen (35 loopbaanjaren)

  • Tot 30 juni 2025: behoud op 58 jaar

Ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering

  • Sinds 31/12/2020: 60 jaar

De Nationale Arbeidsraad zal de nodige overeenkomsten tot 30 juni 2025 sluiten. Hierna moet nog worden gewacht op het sluiten van sectorovereenkomsten, die van essentieel belang zijn om het recht op deze stelsels te activeren.

De sociale partners vragen dat de verhoging van de bijzondere Decava-bijdragen, zoals altijd al het geval was, niet met retroactief effect doorgevoerd wordt, en dus niet wordt toegepast op alle ontslagen met het oog op SWT die gegeven zijn voor 1 januari 2023, respectievelijk 1 januari 2024.

4. Tijdskrediet eindeloopbaan

In principe wordt het recht op uitkeringen in het kader van tijdskrediet eindeloopbaan vanaf 1 januari 2021 op 60 jaar gebracht voor iedereen (einde van de afwijkende stelsels).

De sociale partners hadden evenwel een zekere soepelheid voorzien. Deze wordt verlengd tot 30 juni 2025:

  • 1/5 vermindering: behoud van de leeftijd van 55 jaar;
  • ½ vermindering: behoud van de leeftijd van 55 jaar.

Opgelet! Om van deze afwijkende leeftijd gebruik te kunnen maken, moet zoals voorheen een nationale cao bestaan, alsook een sector-cao (of ondernemings-cao voor het bijzondere geval van ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering) die ernaar verwijst.

Nieuwe cao

Een nieuwe cao voor een landingsbaan op 55 jaar vanaf 25 jaar loopbaan (in plaats van 35 jaar) voor doelgroepwerknemers in een beschutte of sociale werkplaats, een maatwerkbedrijf of ‘entreprise de travail adapté’ vanaf 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.

5. Verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI)

De sociale partners herbevestigen het afsprakenkader rond het minimumloon waarover ze in 2021 een akkoord hadden bereikt.

Het minimuminkomen wordt nog op de volgende tijdstippen verhoogd (buiten indexering):

  • April 2024: + 35 euro/ maand
  • April 2026: + 35 euro/ maand

De sociale partners vragen aan de regering om deze verhoging gepaard te laten gaan met sociale en fiscale stimulansen om de werknemers een hoger netto-inkomen te verzekeren en met een lastenverlaging voor de werkgevers om de kosten van deze verhoging te beperken.

6. Aanvullende pensioenen

De aanvullende pensioenen moeten tegen 1 januari 2030 geharmoniseerd zijn.

De sectoren hebben tot 1 januari 2027 de tijd om een cao te sluiten die bepaalt hoe de harmonisering wordt bereikt (modaliteiten en tijdschema).

De sociale partners vragen aan de regering om niet te raken aan de fiscale en parafiscale gunstregeling voor de aanvullende pensioenen (standstill m.b.t. de 2de pijler), in het belang van het realiseren van de verbreding en verdieping van het stelsel.

7. Niet-recurrente bonus (cao nr. 90)

Op 22 februari 2022 brachten de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad een advies uit over de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen.

De sociale partners vragen nu unaniem dat de FOD WASO in het kader van de marginale controle van de doelstelling het advies van de Nationale Arbeidsraad zou respecteren en dus stopt met toetredingsaktes af te keuren op basis van standpunten die niet stroken met voormeld unaniem advies van de sociale partners.

8. Verlengingen

De volgende maatregelen worden verlengd:

  • de werkgeversbijdrage van 0,10 % voor risicogroepen;
  • de innovatiepremie;
  • de vrijstelling van de startbaanverplichting als de sector voorziet in een werkgeversbijdrage van  0,15% voor risicogroepen;
  • de derdebetalersregeling;
  • de sanctie bij het niet aanbieden van outplacement (1.800 euro).

9. Loonmarge en koopkrachtpremie

We herinneren eraan dat eind november 2022 binnen de regering een akkoord werd bereikt over de loonmarge 2023-2024 (0%) en de koopkrachtpremie (maximum 500 euro netto voor ondernemingen die goede resultaten behaalden in 2022 en 750 euro bedragen voor bedrijven die een uitzonderlijke winst hebben geboekt).

10. En nu?

Al deze maatregelen zijn nog niet onmiddellijk van toepassing. 

Het ontwerp van interprofessioneel akkoord moet nu ter goedkeuring worden voorgelegd aan de achterban van vakbonden en werkgevers, alsook aan de regering.

Van zijn kant moet de regering de maatregelen inzake de loonmarge en de koopkrachtpremie in wetteksten concretiseren.

Daarna is het aan de sectoren om de fakkel over te nemen en sectorakkoorden te onderhandelen.

Advies: we raden u bijgevolg aan om inzake deze punten nog geen verbintenissen ten opzichte van uw personeel aan te gaan, maar te wachten op de wetgevende bevestiging ervan en het afsluiten van akkoorden in uw sector!